In april 2019 vond de Belastingdienst tijdens een onaangekondigd controlebezoek in één van de vier souvenirwinkels van X een handgeschreven administratie. Naar aanleiding daarvan werd een ...

Zorgorganisatie X was een fiscale eenheid (f.e.) voor de BTW en bestond uit twee stichtingen en drie BV's, waaronder BV Y. De activiteiten van BV Y bestonden uit het op afstand verlenen van ...

Mevrouw X was eigenaar van administratiekantoor A. Zij werd strafrechtelijk vervolgd omdat twee van haar medewerkers onjuiste BTW-aangiften hadden ingediend voor transportbedrijf B. De strafkamer van ...

De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of een woning die ter beschikking wordt gesteld aan een werknemer onder de toepassing valt van de vastgoedmaatregel van artikel 4.17a, lid ...

Mevrouw X zat in 2020 het hele jaar in detentie. Voor werkzaamheden in de gevangenis ontving zij € 12 per week. X diende een verzoek in om een voorlopige aanslag IB 2020, waarin zij € 55.663 aan ...

Predikant X ging in beroep tegen zijn aanslag IB 2019 en stelde dat de inspecteur de kosten van zijn werkkamer in zijn woning ten onrechte niet in aftrek had toegelaten. Hij stelde dat op slechts vier ...

Stichting X verzorgde hoger onderwijs voor ouderen (HOVO-onderwijs), een aparte vorm van cursorisch onderwijs voor personen van vijftig jaar en ouder. Aan de cursisten werden voor het volgen/afronden ...

BV X was opgericht op 7 april 2017. Enig aandeelhouder was A. Over de periode 1 april 2017 tot en met 31 december 2017 diende BV X BTW-aangiften in naar een verschuldigd bedrag van nihil. De ...

BV X en BV Y maakten deel uit van de A-groep, waarvan de tophoudstermaatschappij B was gevestigd in Luxemburg. Aandeelhouders van B waren de in Nederland wonende heren C en D, die beiden ook als ...

De inspecteur ontving informatie van de Zwitserse en Singaporese autoriteiten dat X en zijn echtgenote Y meerdere bankrekeningen hadden aangehouden bij respectievelijk BNP Paribas en de Standard ...

X werkte als IT-consultant en gaf jaarlijks winst uit onderneming aan. Vanaf oktober 2007 verrichtte hij zijn werkzaamheden voor BV A via tussenkomst van BV B. Op 31 maart 2008 sloot X een ...

Werknemer Y kwam tot de beëindiging van zijn dienstbetrekking bij BV X op 25 april 2018 in aanmerking voor de 30%-regeling. Y kreeg in 2018 en 2019 van BV X vertrekvergoedingen als bedoeld in artikel ...